De basis voor de evaluatie van de herbelijning is het pakket data dat bekomen werd door de volcontinue monitoring van het verkeer in de Beverentunnel aan de hand van meetlussen in het wegdek en ANPR-camera’s bij de tunnel. Het rapport geeft een antwoord op deze twee vragen:
● Wat is het effect van de volle lijn op het aantal rijstrookwissels in de Beverentunnel?
● In welke situaties is de volle lijn het meest en het minst effectief?
Uit de studie blijkt dat de aangebrachte volle lijn een positief effect heeft als maatregel om de terugslag van de file te beperken die veroorzaakt door voertuigen die een rijstrookwissel maken in de Beverentunnel. Op die manier wordt het risico op ongevallen in de tunnel verkleind.
Echter, op het moment van grote extra verkeersdrukte tijdens de havenspits (tussen 13u30 en 14u) en door voertuigen die sneller rijden dan gemiddeld, wordt de volle lijn nog respectievelijk door 12,8% en 20,7% van de voertuigen genegeerd. Respectievelijk 10.6% en 8% van die rijstrookwissels houden een risico in op fileterugslag. Bijgevolg mag gesteld worden dat de volle lijn alleen niet volstaat om alle voertuigen te beletten een rijstrookwissel in de Beverentunnel te maken. Om het risico op fileterugslag volledig weg te krijgen, zijn dus nog andere flankerende maatregelen nodig.