Voor de inschatting van de verwachte afhandeltijd maken de verkeersleiders gebruik van statistische incidentdata uit het verleden, de beschikbare informatie over het incident (via camerabeelden of politie ter plaatse) en hun eigen ervaring als verkeersleider.
De statistische data geven een idee van de meest courante afhandeltijd op dat tijdstip voor dat type incident met die specifieke kenmerken. Een voorbeeld: de afhandeling van een ongeval om 10u op een werkdag neemt doorgaans 45 minuten in beslag. De verkeersleiders zullen die tijd verlengen of verkorten op basis van binnengelopen informatie over het specifieke incident en hun eigen ervaring met eerdere soortgelijke incidenten. Als er geen informatie over het incident beschikbaar is, volgen de verkeersleiders de statistische afhandeltijd.
De verkeersleiders streven ernaar om 10 minuten na de melding van het incident een eerste tijdsinschatting te communiceren. Ze blijven het incidentmanagement vervolgens nauw opvolgen en ze zullen de verwachte afhandeltijd (meermaals) actualiseren als dat nodig blijkt te zijn op basis van nieuwe informatie van de hulpdiensten op het terrein.