Campagne doet nadenken over verkeerd gebruik van de pechstrook

Affiche campagne pechstrook.

Elk jaar opnieuw raken heel wat mensen zwaargewond en vallen er dodelijke slachtoffers op de pechstroken langs de snelwegen. Met de sensibiliserende campagne “Da’s pech, maar geen pechstrook” wil het Agentschap Wegen en Verkeer weggebruikers bewust maken van het verkeerd gebruik van de pechstrook of de pechhaven (bij een spitsstrook). De affiches zijn onder meer te zien naast alle Vlaamse snelwegen in de maand augustus.

Jaarlijks zijn er verscheidene doden en zwaargewonden te betreuren op de pechstroken. De voorbije drie jaar (2020-2022) schommelde in Vlaanderen het aantal ongevallen met gewonden op pechstroken tussen de 10 en de 30, waarvan jaarlijks 5 tot 10 ongevallen met doden en/of zwaargewonden. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van de FOD Economie, Statbel en de Federale Politie. Op een pechstrook staan houdt altijd risico’s in. Bijgevolg maken weggebruikers best geen oneigenlijk gebruik van die pechstrook.

Pechstrook alleen bij nood of autopech

In de controlezaal van het Vlaams Verkeerscentrum zien de verkeersleiders verkeerd gebruik van de pechstrook helaas dagelijks op hun camerabeelden. Weggebruikers stoppen op de pechstrook om te plassen, om snel iets uit de koffer te halen, om te telefoneren of om de route opnieuw in te stellen in hun navigatiesysteem. Wat ook te vaak voorvalt: vrachtwagenchauffeurs die uit de file wegrijden en op de pechstrook parkeren om daar een rustpauze te nemen of gehaaste weggebruikers die over de pechstrook rijden om een file te omzeilen.

Er is een verschil tussen pech en autopech. Toch gebruiken veel mensen de pechstrook ook voor andere 'pechzaken' zoals een plaspauze, GPS terug willen instellen of een file waar ze snel langs willen", zegt Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken. "Met de campagne wil ik de weggebruikers bewust maken dat de pechstrook niet gemaakt is voor alle soorten pech. Met het drukke verkeer dat vlak ernaast voorbijraast, houdt het gebruik van de pechstrook altijd risico’s in en soms zijn die levensgevaarlijk.

Fluohesjes, gevarendriehoek en achter de vangrails

Wat betreft wat wel en niet te doen op de pechstrook of pechhaven is de beste samenvatting: alles wat u kan uitstellen tot u uw voertuig veilig geparkeerd hebt op een parkeerterrein bijvoorbeeld, doet u niet op de pechstrook. Hebt u toch autopech, zet uw voortuig dan op de pechstrook, laat alle passagiers een fluohesje aantrekken, plaats de gevarendriehoek op voldoende afstand voor uw voertuig, ga achter de vangrail staan en bel daar meteen de hulpdiensten (bijvoorbeeld via het gratis noodnummer 112).

Boetes voor verkeerd gebruik

Op het verkeerd gebruik van de pechstrook staan stevige boetes. Onterecht stoppen op de pechstrook is een overtreding van de 2de graad en kan je een boete van 160 tot 2000 euro opleveren. Voor rijden over de pechstrook is een boete van 240 tot 4000 euro mogelijk, aangezien dat een overtreding van de derde graad is.

11 Tips voor gebruik van de pechstrook in geval van nood

Bent u genoodzaakt om een pechstrook (of pechhaven) te gebruiken wegens autopech of een ongeval? Hou het dan veilig door deze 11 tips toe te passen:

  1. Parkeer uw voertuig zo dicht mogelijk tegen de vangrails.
  2. Zet alle richtingaanwijzers aan.
  3. Denk altijd eerst aan uw eigen veiligheid en aan die van uw passagiers.
  4. Trek eerst een fluohesje aan alvorens uit te stappen.
  5. Laat eventuele passagiers altijd langs de rechterkant uitstappen en plaatsnemen ver achter de vangrail.
  6. Als u uitgestapt bent, hou uw blik altijd op het verkeer gericht. Wandel dus nooit met uw rug naar het aankomende verkeer.
  7. Plaats de gevarendriehoek op ongeveer 100 meter van uw auto. Verplaats u daarvoor achter de vangrail als dat mogelijk is.
  8. Verwittig de hulpdiensten (gratis noodnummers 101 en 112).
  9. Blijf in geen geval op de pechstrook staan. Wacht bij uw auto minimaal 15 meter achter de vangrail stroomopwaarts van uw voertuig. Indien uw voertuig toch wordt aangereden, loopt u zo minder risico om gewond te geraken door rondvliegende brokstukken (die vooral in de rijrichting van het verkeer zullen worden meegezogen).
  10. Als uw voertuig niet meer kan rijden, laat het dan zo vlug mogelijk verplaatsen. Elk voertuig dat staat op de snelweg of vlak ernaast op de pechstrook of in een pechhaven en niet meer rijvaardig is, valt onder de FAST-regeling en wordt weggehaald. Meer info over FAST.
  11. Draai uw wielen in de richting van de berm/vangrails zodat uw wagen bij een eventuele aanrijding niet naar het verkeer wordt gekatapulteerd.
Affiche campagne.