Heeft u pech op een spitsstrook? Breng uzelf onmiddellijk in veiligheid. Probeer daarvoor met uw voertuig één van de pechhavens naast de spitsstrook te bereiken, zelfs als de spitsstrook gesloten is. Naast de spitsstrook is er immers geen pechstrook. Een pechhaven (of vluchthaven) is een korte strook rechts van de snelweg waarnaar een voertuig kan uitwijken bij problemen.
Kan u geen pechhaven bereiken? Zet uw wagen dan op de spitsstrook uiterst rechts, zo dicht mogelijk tegen de vangrail. Zet uw beide richtingsaanwijzers aan. Stap uit langs de passagierskant (!) en draag daarbij zeker een reflecterend veiligheidshesje (wegcode artikel 51.4 - Defect voertuig, op de openbare weg gevallen lading). Plaats een gevarendriehoek minstens 100 m stroomopwaarts van uw voertuig (wegcode artikel 51.1 - Defect voertuig, op de openbare weg gevallen lading).
Ga met uw passagiers onmiddellijk achter de vangrail staan, ver van het voorbijrijdend verkeer op de snelweg. Een onoplettende chauffeur kan immers uw voertuig aanrijden.
Indien mogelijk, bel naar het gratis noodnummer 101. Zo worden de Federale Wegpolitie en het Verkeerscentrum meteen ingelicht. Het is waarschijnlijk dat de verkeersleiders van het Verkeerscentrum u via hun verkeerscamera’s al hebben opgemerkt. Ze zullen de spitsstrook dan onmiddellijk afsluiten door een rood kruis op de dynamische rijstrooksignalisatie te plaatsen. De politie komt zo snel mogelijk ter plaatse.